naar Gerry's homepage |
Het begon zo mooi, half december. Plotseling werd het koud, de temperatuur zakte tot ver onder nul en het werd winter. Kort daarna viel de eerste sneeuw. Prachtig was het om ‘s avonds de sneeuwvlokken in het licht van een lantaarnpaal naar beneden te zien dwarrelen en ‘s ochtends naar buiten te gaan in een maagdelijk witte wereld. De lange duurloop over de Holterberg werd een sprookje. En ach, de natte sokken, koude handen en pijnlijke enkels waren eenmaal thuis al snel weer vergeten.
Dat we op donderdag niet op de baan konden trainen, was de eerste keer ook niet zo erg. Weer eens wat anders, met z’n allen in de richting van de UT. En op dinsdag liepen we de tempo’s gewoon op het Hazewinkel, mooi rechtuit en verrukkelijk vlak.
Maar alles went, zelfs sneeuw. Sterker nog, na een tijdje ging het erg vervelen. Al weer richting de UT, langs die eindeloze en drukke weg, al weer rondjes over de busbaan. Voor de zoveelste keer naar het Hazewinkel, ook al zo lang en recht. En het waaide er altijd.
Afgelopen dinsdag was het voor het eerst echt niet meer leuk. Dat het hier en daar nog glad was, goed, daar waren we inmiddels aan gewend. Maar door de gestaag vallende regen werd iedereen nat. Toen begon het te sneeuwen en werd iedereen koud. En op de weg terug, welja, tegenwind.
“Ik heb het koud!”, merkt er een op.
“Ik ook!”, antwoordt een ander.
“Maar we zijn wel bikkels!”, zegt nummer drie.
“Of we zijn gewoon dom...”, voegt nummer vier er bibberend aan toe.
“Ik zal wel moeten, want mijn schema is begonnen!”, reageert nummer vijf.
En hoe ongelooflijk het ook lijkt, het is waar. Nog minder dan twaalf weken en het is al tijd voor de Enschede Marathon! “Weet je nog, vorig jaar?”, vervolgt loper vijf. “Toen was het zo verschrikkelijk warm. En het jaar daarvoor ook. Eigenlijk is het altijd warm in Enschede!”
Nou, ik moet bekennen: ik kan niet wachten! Laten die twaalf weken maar snel voorbij zijn. Laat de marathon maar komen. We zullen er zijn, met heel wat Laac-ers. En ik weet het zeker: de sneeuw is dan weg, en het ijs ook. En is het warm, dan zul je mij niet horen klagen. Laat de lente maar beginnen!