naar Gerry's homepage |
Op zondagmorgen 3 maart worden we wakker gemaakt door een vrolijk zonnetje dat onze hotelkamer binnen schijnt. Michiel en ik zijn in Stein, Zuid-Limburg waar ieder jaar op de eerste zondag van maart een 6-uurs loop wordt georganiseerd. Al meer dan een half jaar geleden heb ik me voorgenomen om hieraan een keer mee te doen. In de tussentijd heb ik heel wat trainingsmarathons gelopen en eind december, als generale repetitie, een 50km in Soerendonk. Dat verliep allemaal voorspoedig en ik bleef gelukkig blessurevrij.
Om optimaal uitgerust aan de start te staan, zijn we de dag ervoor maar vast afgereisd naar het diepe zuiden. Op zaterdagmiddag zitten we heerlijk in de zon op het Vrijthof in Maastricht en voelen ons echt een weekendje uit. Dat er de dag erna nog eventjes gelopen moet worden, vergeet ik maar voor het gemak. Maar ik houd het ‘s avonds toch bij slechts één glaasje wijn…
De volgende ochtend vertrekken we tegen half 10 naar het centrum van Stein. Op weg ernaartoe rijden we langs een deel van het parcours, dat er nog volstrekt verlaten bijligt. Ik haal mijn startnummer op bij het wedstrijdsecretariaat, groet diverse bekenden (het ultra-wereldje is maar klein) en verken wandelend alvast een stukje van het parcours. Overal zie ik mensen met tafels, stoelen en kratten sjouwen. Al snel wordt ons duidelijk waarom. De stoelen zijn voor de meegereisde echtgenotes, die het immers zes uur aan de kant zullen moeten volhouden. De tafels zijn om de kratten op te zetten met persoonlijke drankjes en hapjes van de lopers: cola, sportdrank, water, koek, bananen, etc. De organisatie zorgt ook wel voor drinken en eten, maar een beetje ultraloper vertrouwt blijkbaar toch vooral op zijn eigen meegebrachte fourage. Ik heb een bescheiden koeltasje bij me met een paar kleine flesjes cola en een pak ontbijtkoek. Met name de ontbijtkoek blijkt een goed idee, want de organisatie is van mening dat ik moet lopen op mariakaakjes (gortdroog) en wafels (beetje machtig).
Het parcours bestaat uit een ronde van 5,5km. De start kent echter een aanloopstuk van 500 meter, zodat er na 9 rondes precies 50km is afgelegd. Ik heb geen idee wiens idee dit was, er is vast goed over nagedacht, maar echt eenvoudig rekenen is het niet, zeker niet als na een x-aantal rondes de vermoeidheid toeslaat.
Om 11.00 uur precies klinkt het startschot en het peloton van 300 lopers zet zich in beweging. In het begin is het best dringen, maar al snel valt het veld uit elkaar en krijg ik meer ruimte. Ik heb nog de tegenwoordigheid van geest om na 500 meter bij het jurygebied, waar een keerpunt is gemaakt, mijn klokje in te drukken. Zo kan ik alle rondes keurig klokken. Ik heb uitgerekend dat ik rondes moet lopen van zo’n 31 en een halve minuut. Ik loop dan gemiddeld 10,5km/u en dat zal uiteindelijk moeten leiden tot een eindafstand van meer dan 60km. Het eerste rondje gaat in 30:11. Iets te snel dus en in het tweede rondje neem ik wat gas terug. Het tweede rondje gaat in 31:19, dat begint erop te lijken. Ook de volgende rondes gaan keurig in ruim 31 minuten, ik lig mooi op schema.
Na een aantal rondes begin ik het parcours al aardig te kennen. Eerst een stuk over een weg door een woonwijk, dan rechtsaf het park in, langs het zwembad, dan een heerlijk lang stuk fietspad langs een uitvalsweg, dan scherp linksaf het park weer in en na een tijdje kom je weer op de weg door de woonwijk. Je loopt elkaar daar tegemoet en dat blijkt erg gezellig. Er wordt heel wat afgezwaaid en geroepen!
De eerste mijlpaal is het 20km punt. Ik voel me nog erg fit en stel me voor dat ik nu aan een marathon begin. Op zo’n manier lijkt 60km opeens een stuk minder ver. Dan komt ruim voor de drie uur het 30km punt en ben ik bijna op de helft. Het voelt nog steeds goed en het loopt erg gemakkelijk. Dan begint het aftellen naar het 40km punt en daarna passeer ik al snel het (denkbeeldige) marathonpunt. Zo, dat is maar vast binnen. Niet lang daarna ga ik mijn 9e rondje in en loop ik richting het 50km punt. Dat passeer ik in 4:42:22, vrijwel gelijk aan mijn eindtijd in Soerendonk. Grappig dat ik blijkbaar in hetzelfde tempo loop.
Soms loop ik hele stukken alleen, soms klampt er opeens iemand aan. Zo komt vlak na het 50km punt Anja van Vliet bij mij lopen. Ze ligt een hele ronde op mij voor, ligt tweede in de vrouwenwedstrijd, maar is te snel gestart en zit er helemaal doorheen. "Ik ben de tel helemaal kwijt, heb geen idee meer waar ik ben", hijgt ze. Ik reken het haar voor door 5,5km bij mijn eigen afstand op te tellen en dat geeft haar weer wat moed. Ze vindt mijn tempo wel even prima en al pratend leggen we de volgende ronde af. Bij mij loopt het nog steeds lekker en ook bij Anja draait het na een tijdje weer beter. De laatste kilometers zet ze nog even aan en ze zal inderdaad als tweede vrouw eindigen. Ik krijg ook vleugels als ik het 60km punt passeer, mijn missie is geslaagd. Alles wat ik nu nog extra loop is meegenomen en ik heb nog ruim een kwartier. Als ik op 61km het keerpunt weer passeer, zie ik diverse juryleden getweeën naar hun plek lopen met een toeter, een meetwiel en een stuk papier. Dat betekent dat het er dus bijna op zit. Michiel komt het laatste stukje meefietsen en ik passeer het 62km punt. Langs de kant zie ik Krijn Kroezen staan, een erg snelle en ervaren ultraloper, die zelf niet mee kon doen omdat hij aan het herstellen is van een blessure. "62 kilometer, ik ben gelukkig!", roep ik hem toe in het voorbijgaan. "Wij ook!" roept hij terug en steekt met een brede lach zijn duim omhoog.
Dan bedenk ik dat zelfs 63 kilometer nog mogelijk moet zijn. Ik trek, voor zover mogelijk, nog een klein sprintje en passeer inderdaad de kilometerstreep kort voordat ik van alle kanten het geluid hoor van toeters. Ik sta meteen stil en bevind mij op een volstrekt verlaten plek achter het zwembad, bij een hek tussen allemaal groene afvalbakken. Michiel geeft mij mijn jasje en een flesje cola en neemt een foto. Al snel komen er twee juryleden met een meetwiel in de hand rustig naar mij toe gewandeld en schrijven achter mijn nummer op dat ik op 100 meter van het 2km punt ben geëindigd. Dat betekent dus een totale afstand van 63,1km. Ik ben meer dan tevreden en tot mijn eigen verbazing niets eens kapot. We wandelen samen terug naar het jurygebied en halen de inmiddels vrijwel lege koeltas op. Daarna ga ik lekker douchen en dan merk ik toch wel dat ik een en ander heb gedaan. Het aankleden en terugwandelen kost mij de nodige moeite.
De uitslagenlijsten zijn supersnel klaar en tot mijn verbazing ben ik derde geworden bij de dames van 20 tot 40 jaar. Dat betekent dat we nog even moeten wachten tot we naar huis kunnen. Gelukkig duurt de prijsuitreiking niet al te lang en mag ik het ereschavot op. Het is grappig om te zien dat sommige prijswinnaars zo diep zijn gegaan dat ze nauwelijks het schavot meer op en af kunnen. Bij mij lukt dat nog wel en ik laat mij vrolijk mijn medaille omhangen.
Meer dan tevreden rijden we daarna weer naar huis. Ik heb genoten van het evenement, van het lopen, van de gezelligheid en ben heel erg blij dat het allemaal goed is afgelopen. De komende dagen en weken neem ik rust, maar het smaakt beslist naar meer!