naar Gerry's homepage |
Het was beslist niet mijn bedoeling om de afgelopen maanden zoveel wedstrijden te lopen. Zeker niet in voorbereiding voor een marathon. De nadruk moest op duurvermogen liggen, dat wist ik ook wel. Maar… er bleken zo ontzettend veel leuke wedstrijden te zijn in de aanloop naar Rotterdam. En ik kan zo moeilijk nee zeggen.
Het verslag moet eigenlijk al beginnen nog ver voordat het schema in beeld kwam. Half december bleek er een leuke bosloop in Diever te zijn. Diverse afstanden, waaronder een halve marathon. Dat leek mij wel wat, puur als training. Het probleem was dat er net dat weekend niemand van mijn vaste loopmaatjes meekon. En om nou helemaal alleen naar Diever te gaan, dat had ik er ook weer niet voor over. Gelukkig bleek Ad Voortman, de onvermoeibare marathonloper, hier zijn zoveelnegentigste marathon te hebben gepland in aanloop naar zijn honderdste, en ik kon wel met hem mee. En daar heb ik geen moment spijt van gehad. Een prachtig parcours, gecombineerd met een perfecte organisatie, zorgde voor een prima loop. Op advies van Ad ("Anders moet je zo lang op mij wachten") liep ik meteen maar een stukje verder dan bedoeld, nl. 32 kilometer. Beviel mij prima. En ik kreeg er heel veel (loop)zelfvertrouwen van. Ik had de maanden ervoor nauwelijks langer dan anderhalf uur gelopen, en hier liep ik zonder problemen bijna het dubbele.
Een week later stond Borne op het programma, de halve marathon van de BVV. Prachtig weer, snel parcours en ik raffelde hem af in ruim anderhalf uur. Dat er na afloop twijfels waren over de lengte van het parcours (te kort), maakte mij niet zoveel uit. Ik had gewoon heerlijk gelopen.
Twee weken later. Alweer een wedstrijd die ik niet wil missen. Een halve marathon door de bossen bij Hellendoorn. Start is op de atletiekbaan van Nijverdal, maar al snel duikt het parcours het bos in, om er pas na twintig kilometer weer uit te komen. De vele regen van de dagen ervoor zorgt voor een blubberfestijn. Alleen maar modder, pure krachttraining dus. Na 1 uur en 42 minuten ben ik bij de finish. Zelden zo'n zware wedstrijd gelopen, maar wel genoten.
Tja, slechts een week later. Op zondag staat de eerste Woolderes op het programma. En ik heb me voorgenomen dit jaar ze eens alle drie te lopen. Eigenlijk passen ze niet echt in mijn marathonvoorbereiding. Maar ja, ik wil zo graag. En dus sta ik zondagmorgen om 11 uur aan de start om er na ruim een uurtje tot mijn stomme verbazing achter te komen dat ik op de 15 kilometer als eerste vrouw finish. Zegt meer over de anderen dan over mij, maar het geeft me wel een goed gevoel.
Het weekend daarna gaan we een weekendje weg. Gelukkig maar, heb ik even rust. Want ik had al gezien dat ook dat weekend weer een paar leuke wedstrijden…laat maar.
Een week later en nu pas begint mijn officiële marathonschema. Ad weet een leuke kleine wedstrijd in Mariënheem en natuurlijk zeg ik weer geen nee. Is inderdaad leuk, nog geen 40 man aan de start in totaal. Ik ga weer lekker hard en finish net boven de anderhalf uur. Eerste vrouw (was niet zo moeilijk) en dat levert mij een enorme krentenwegge op waar we weken van eten.
Weer een week later: de Asselronde in Apeldoorn. Het is koud, er ligt sneeuw en de wegen zijn één natte blubberzooi. Al bij het inlopen hebben we natte sokken en koude voeten. Ondanks de zware omstandigheden loop ik heerlijk en finish ik in een prima tijd.
Weekje later. De Hulsbeekcross. Ik vind dat zo'n leuke wedstrijd dat ik toch maar meedoe en twee rondjes loop over het Hulsbeek. Het gaat lekker, ik verzuur veel minder dan anders.
Weer een week later, het wordt eentonig, staat Schoorl op het programma, een dertig kilometer wedstrijd. Evenals het jaar daarvoor ga ik ernaar toe met Monica. De lucht is weer staalblauw, het parcours is nog steeds magnifiek en we lopen beiden erg lekker. Als we na afloop aan de soep en een pannenkoek zitten kijken we elkaar voldaan aan. Deze wedstrijd is absoluut een van onze favorieten en ik had hem niet willen missen.
De daaropvolgende donderdag loop ik beide baanloopjes, op zaterdag doe ik een duurloop en op zondag staat mijn tweede Woolderesloop op het programma. Ik twijfel nog even, moet toch eigenlijk duurvermogen opbouwen, maar zowel Michiel als Ad benadrukken dat ik me toch echt had voorgenomen om er nou eens drie te lopen. En dus ga ik maar, met nog wel wat vermoeide benen, en eigenlijk loopt het weer als vanzelf. Word dit keer tweede, want ook Ingrid heeft besloten voor het klassement van de 15 kilometer te gaan.
Het is dat Michiel en ik het daaropvolgende weekend een weekendje Schotland hebben gepland en ik dus niet aan lopen toekom; ook dit weekend had ik anders wel weer een leuk loopje gevonden. Maar nee, dit weekend doen we aan kastelenbezoek en zoeken we Nessie op in haar Loch. Ook leuk!
Gelukkig is er het daaropvolgende weekend weer een mooie bosloop in Diever. Ik ga er met Monica en Ad naar toe. Monica en ik lopen de 28 kilometer, Ad loopt er zijn honderdnegende marathon. In Diever komen we Mariëtte tegen, evenals Jan Annink. Prachtig parcours, goede organisatie, ook Diever wordt een blijvertje op mijn wedstrijdkalender. Monica en ik hebben alleen beiden last van een opkomende verkoudheid, dus echt vanzelf gaat het niet.
Een weekje later: mijn laatste Woolderes. De verkoudheid is nog steeds niet helemaal weg en het parcours blijkt ook met zo'n 400 meter verlengd, en ik ben blij als ik over de finish kom. Onbedreigd een tweede plaats, ik kan tevreden zijn.
Weer een weekje later stond oorspronkelijk de 30 kilometer van Sneek op het programma. Maar op aanraden van Ad ga ik met hem mee naar Königsforst, een natuurgebied in de buurt van Keulen. Ik loop daar een hele marathon, puur als training. Achteraf blijkt dat een goede keuze, omdat in Nederland dat weekend de ene na de andere wedstrijd wordt afgelast ivm de mkz-uitbraak. In Duitsland is daar niets van te merken en ik loop heerlijk twee rondes van 21 kilometer door de bossen. Verzorging is perfect, het weer is voorjaarsachtig en ik geniet van elke kilometer. Aan het eind heb ik nog zoveel over dat ik alleen maar lopers inhaal en breedlachend over de finish kom. Voldaan en beslist niet kapot.
Als ik thuiskom ligt op tafel een grote envelop met informatie over Rotterdam. Ik betrap mezelf erop dat ik denk: "O ja, Rotterdam, die komt ook nog". Het is voor mij dit keer duidelijk meer een toetje dan een hoofdgerecht. Want eigenlijk heb ik de in de voorbereiding al genoeg genoten en prachtige wedstrijden gelopen. Wordt Rotterdam dan een anticlimax straks? Als het aan mij ligt niet, ik heb er beslist veel zin in. Maar het wordt niet het hoogtepunt van mijn schema, het wordt gewoon mijn zoveelste wedstrijd in een lange reeks.