naar Gerry's homepage

Terug naar index <=> Verder naar volgende

Schimmen onder schooltijd

De ochtend is koud en nat zoals het kan zijn aan het eind van de winter en ik breng de kinderen naar school in de regen. Ik heb een duurloopje gepland en dus mijn loopkleren maar vast aangetrokken. Een paar andere moeders kijken mij meewarig aan. Ze weten dat ik een wat merkwaardige hobby heb en een van hen vraagt: 'Ga je echt lopen in dit weer? Jij liever dan ik!' Ik ga er niet eens meer op in, ik heb al zo vaak uitgelegd dat ik loop waar en wanneer ik maar wil, dat ik mij niet laat afschrikken door regen en wind en regelmatig in mijn eentje het bos in ga. Het commentaar is immers te voorspelbaar: 'Vind je dat niet eng dan? Zou ik niet durven!'

Eenmaal thuis trek ik mijn regenjack aan en loop de straat uit, het bos in. De natuur is nog in diepe winterslaap, het landschap ligt er mistroostig en grauw bij. De bomen zijn kaal, de paden modderig en het blijft maar regenen. Ik ben de enige in het bos, het is er doodstil en uitgestorven. Ik loop mezelf al snel warm en vrolijk springend over de plassen heb ik het in mijn eentje uitstekend naar mijn zin.

Op een breed bospad komt mij even later vanuit de verte toch een andere loper tegemoet. Zie je wel denk ik, er zijn meer mensen die kunnen genieten van hardlopen op een natte winterdag.

Dan schieten er twee bruine schimmen uit het bos. Twee reeën springen sierlijk voor mij en ook voor de andere loper het pad over, om daarna weer snel te worden opgenomen in de struiken. De tijd staat even stil, dit is zo'n zeldzaam moment om altijd te onthouden. Ik ben te verbaasd om iets te kunnen zeggen, en ook de andere loper heeft geen woorden paraat. We kijken elkaar even aan in het voorbijgaan, en ik zie mijn eigen stille verwondering in zijn blik weerspiegeld.

Ik loop in gedachten verder, en hoor vanuit de verte vogels aarzelend fluiten. Het is opgehouden met regenen, langzaam worden stukken blauw in de lucht zichtbaar. De winter loopt op zijn einde en de natuur maakt zich op voor het voorjaar. En ik mag ervan meegenieten, zomaar op een doordeweekse dag.

Als ik thuis heb gedoucht, is het al weer tijd om de kinderen te halen. 'Heb je nog lekker gelopen?' wordt mij gevraagd op het schoolplein. 'O ja, het was heerlijk,' zeg ik, al weet ik dat ik mijn ervaring daar geen recht mee doe. Maar volgens mij moet je zelf loper zijn om dat te kunnen begrijpen.


This page is linked to the home page of Gerry Visser